Home » Het leven na een computercrisis

Het leven na een computercrisis

Ik zit hier te glunderen achter mijn “nieuwe” pc.

(glunderen werkw.Uitspraak: [ˈxlʏndərə(n)] Verbuigingen: glunderde (verl.tijd enkelv.) Verbuigingen: heeft geglunderd (volt.deelw.): er heel blij en tevreden uit zien

– reuze benieuwd of dit vertaald kan naar engels en portugees; het lijkt zo’n typisch nederlands dingetje)

Alle computers waren stuk! Nou ja, eerst de laptop, toen de desktop. Mens, dat was wel weer een leuke verrassing, maar niet heus.

Mijn werkcomputer begon ’s avonds te tikken.

Nooit een goed teken, als iets begint te tikken, zeker voor computers niet. Crisis?

En na een uurtje tikken hield-ie er doodleuk mee op.

Zomaar. Zonder waarschuwing of niks. Overleden. Dood. Niks meer mee te beginnen.

Daar zit je dan toch wel even van te kijken.

Wat doet een mens in zo’n geval?

Dit mens roept dan onmiddellijk hulptroepen op vanachter het “Ijzeren Gordijn”. In de receptie, waar de werkcomputer is gestationeerd (en ik dus ook) hangt een gordijn. Dat was altijd al het domein van “de jongens”. Mijn jongens, twee stuks, plus vrienden. Er hebben jarenlang zo’n 5 jongens aan een lange tafel gezeten, en de reden van dat gordijn lijkt me heel duidelijk, zeker voor mensen die ook kinderen hebben: het was een pestbende.

blog_het-leven-na-een-computercrisis

Sorry, lelijk woord, maar het is heel gepast

Inmiddels is het iets beter. Er zitten er nu nog maar 2, soms 3. Dat scheelt.

Enfin, als er iets met mijn computers is dat ik niet zelf kan oplossen, roep ik direct hulptroepen in van achter het Ijzeren Gordijn. Zoon Broes kwam zuchtend tevoorschijn, onverstaanbare dingen mompelend over sukkels van moeders die geen bal verstand hebben van … maar moest al snel toegeven dat hier Overmacht aan de hand was.

De computer was heus en echt helemaal dood. De computercrisis was een feit

Mijn werkcomputer is in elkaar gezet door Hugo, die hier al sinds jaar en dag woont. Eén van de 5 jongens. Hugo rommelt al zolang wij hem kennen met brommers, auto’s, computers, en allerlei electrische apparaten. Is er iets kapot, valt al snel zijn naam. Help! Hugo!

Heel handig, zeker in verband met een computercrisis!

De diagnose was rap gesteld. We hebben hier een wat onstabiel electriciteitsnetwerk, voor het grootste deel bovengronds, en dat veroorzaakt pieken en dalen. De uitval wordt opgevangen door mijn UPS want computers houden er helemáál niet van om ineens, zonder de gebruikelijke procedures, uitgezet te worden. De UPS vangt de meeste klappen op.

Maar de overspanning is niet veel tegen te beginnen. Het gebeurt weleens dat de bliksem in het netwerk slaat. We hebben hier niet vaak onweer, maar als dat gebeurt, is het meestal wel raak. Daar doe je weinig tegen.

Nou ja, lang verhaal kort: dat was het. En stof. En slijtage (hij was al 4 jaar oud – da’s in computerjaren ongeveer 136)

Het vervelende is wel, dat ik in juni het laatst had gebackupt. Dus van van deze zomer is alles weg. “Daar kunnen we wel wat aan doen”, zei Hugo opgewekt, “ik kan er twee SSD’s in zetten, dan backupt-ie automatisch. En de laptop krijgt een nieuwe harddisk.” Daar werd ik alweer wat opgewekter van, want zo jammer dat alle foto’s van van de zomer weg zijn!

De SSD’s plus harddisk werden spoorslags besteld bij PCDiga. Na 24 uur gegarandeerd bij u thuis. Top!

Kleine terugslag: de SSD’s werden gemonteerd, maar toen bleek de powersupply ook stuk. Hm. Zelfde riedel: bestellen, hoopvol afwachten. Vervolgens, toen het hele zakie weer kon draaien, werd de ventilator als schroot bestempeld, en moest er liever een nieuwe in. “Anders staat-ie binnen een half uurtje in de fik.”

Ik weet niet wat ze bij PCDiga gedacht hebben …

Maar goed, eind goed, al goed. Ik zit te glunderen. Laptop doet het weer, desktop doet het weer, en Die-Naast-Mij heeft ook een nieuwe ventilator gekregen, want die begon – om het allemaal nog spannender te maken – óók al te tikken. Precies op het moment dat dat de enige werkende computer was (tenminste, die onder mijn gezag valt, want bij die van de jongens mag ik niet eens in de búúrt komen).

Ik ben blij. Gewoon. Blij. Wat doet een mens zonder computer tegenwoordig?